Digitale uitsluiting vóór corona
Al voor corona insloeg was het geen geheim dat heel wat Belgen kwetsbaar waren voor digitale uitsluiting. Dat tonen deze cijfers uit 2019 duidelijk aan:
18 maart 2020: het publieke leven in België wordt stilgelegd. Werk, administratie, inkopen, sociaal contact, … Van de ene dag op de andere kan het bijna uitsluitend nog online. Sommigen hadden die nieuwe levensstijl meteen in de vingers. Anderen niet. En zo kwamen al snel de eerste stokken in de wielen. Wat leerde corona ons over digitale uitsluiting? En hoe kan het beter?
Al voor corona insloeg was het geen geheim dat heel wat Belgen kwetsbaar waren voor digitale uitsluiting. Dat tonen deze cijfers uit 2019 duidelijk aan:
had geen of lage digitale basisvaardigheden.
had thuis geen toegang tot het internet.
deed niet aan e-banking of online shoppen.
maakte geen gebruik van online overheidsdiensten.
van de kinderen in het lager onderwijs in Vlaanderen had thuis geen laptop, tablet of desktop.
van de kinderen in het secundair onderwijs in Vlaanderen gebruikte nooit een laptop, tablet of desktop.
Bovenstaande cijfers voorspelden weinig goeds. Zonder hulp zouden digitaal kwetsbare individuen voor grote uitdagingen komen te staan in tijden van lockdown. En dat bleek ook het geval:
De Vlaamse regering maakte in haar relanceplan 'Vlaamse Veerkracht' geld vrij om in verschillende beleidsdomeinen aan digitale inclusie te werken. Wat betekent dat nu concreet?
Het is duidelijk dat digitale inclusie een plaats verdient in de relance, in een structureel beleid en in de voorbereiding op mogelijke toekomstige lockdowns. De Taskforce e-inclusie stelde daarvoor 7 richtlijnen op:
Pas het beleid aan opdat iedereen online terechtkan. Breid ook zeker het sociaal tarief uit, zowel qua doelgroep als qua invulling van de diensten die hieronder vallen.
Geef mensen de kans om gratis gebruik te maken van een computer en internet. Zorg ter plaatse voor ondersteuning bij digitale problemen, met ook een minimum aan fysieke dienstverlening in alle omstandigheden.
Werk hiervoor samen met organisaties die de nodige knowhow hebben en die deze groepen kunnen bereiken. Maak ook werk van de vaardigheden van begeleiders. Vergeet niet dat het om meer gaat dan enkel het aanzetten van een computer: het is ook belangrijk om te begrijpen hoe media werken, hoe je internetfraude kan herkennen, enzovoort.
Zorg ervoor dat mensen gratis ergens terechtkunnen met hun digitale hulpvragen. Dat kan in de vorm van een gratis telefoonnummer, chat, begeleiding aan huis, loket, …
Spoor overheden, instellingen, voorzieningen en scholen aan om in te zetten op digitale inclusie. Ga er niet van uit dat hun inwoners, cliënten en leerlingen zomaar zelf kunnen zorgen voor hun digitale toegang en over de nodige kennis beschikken. Geef hen de middelen en ondersteuning om daar mee zorg voor te dragen.
Voorzie ook alternatieven voor wie (nog) geen toegang heeft tot online dienstverleningen, in de vorm van fysieke loketten, een telefoonnummer, briefwisseling, …
Tot op vandaag is digitale inclusie in Vlaanderen nog een erg versnipperd domein. Een overkoepelend beleid met duidelijke plannen en afgebakende budgetten is wellicht de grootste stap vooruit.